
Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft recent een arrest gewezen met de vraag of een cashbonus, die in plaats van eerder toegekende werknemersopties is verstrekt, aftrekbaar is.
De inspecteur was van mening dat een cashbonus aan een werknemer niet aftrekbaar is op grond van een wettelijke bepaling in de Wet op de vennootschapsbelasting. Het artikel ziet namelijk op de aftrekbaarheid van optierechten.
In casu was er echter sprake van een voorwaardelijke toekenning van optierechten. Door de voorwaardelijkheid valt dit niet in de aftrekbeperking zoals genoemd in het wetsartikel. De voorwaardelijke toekenning van de opties heeft namelijk nooit tot aandeelhouderschap geleidt zoals het geval moet zijn voor de aftrekbeperking.
De ruil van de opties voor een cashbonus kan volgens de inspecteur en het Hof worden gezien als een afkoop van de optierechten. De cashbonus is volgens het Hof aftrekbaar omdat dit enerzijds niet onder reikwijdte van het artikel valt vanwege het voorwaardelijke karakter, anderzijds omdat de afkoop van de opties heeft plaatsgevonden vóór de vervulling van de voorwaarden.
Auteurs: Mr. Geert de Jong en mr. Almer de Beer, Bureau Vaktechniek Fiscaal van Grant Thornton Accountants en Adviseurs (BVTFiscaal@nl.gt.com).
Dit artikel is verschenen in cm: 2023, afl. 3.