
Bij een lockdown door een (opleving of nieuwe) pandemie kan het kabinet niet grijpen naar sectorspecifieke steun. Na onderzoek over hoe dat eruit zou moeten zien, is de conclusie dat dat niet haalbaar is. In plaats daarvan moet er min of meer op dezelfde manier worden gewerkt als met NOW en TVL.
Een meerderheid van de ondernemers die subsidie als loonsteun NOW of lastensteun TVL hebben ontvangen, betaalt nu geld terug. Met de komst van corona en de spoed die daarmee gepaard ging, was de filosofie om liever eerst ondernemers tegemoet te komen, dan om ze achteraf proberen te steunen. Op die manier konden meer banen worden behouden, omdat worstelende bedrijven direct verder konden en niet een jaar later lucht kregen.
Het kabinet heeft de wens om steunmaatregelen bij lockdowns in de toekomst gerichter uit te keren, omdat veel van de steun niet goed terecht is gekomen, zo concludeerde onder meer het Centraal Planbureau in een analyse in 2021. Daarom heeft het kabinet de bureaus Andersson Elffers Felix en SEO Economisch Onderzoek gevraagd om uit te zoeken wat de opties zijn bij een nieuwe lockdown.
Verzekering voor pandemieschade
Daaruit kwamen twee opties gerold. De eerste is een verzekering via een verzekeraar of garantiefonds. Het nadeel is dat veel ondernemers zich niet zullen aansluiten, onder meer vanwege de beperkte dekking om risico voor het fonds af te schermen. Een premie vaststellen zal lastig zijn, omdat de schade afhankelijk zal zijn van de maatregelen die het kabinet neemt. Onderzoek van deze optie vergt veel capaciteit van het Rijk qua marktonderzoek en expertise en kan dit instrument alleen werken als de overheid verder zelf geen steun biedt. Het kabinet kiest er daarom voor deze optie niet uit te werken.
Sectorspecifieke steun
Een tweede optie is het afbakenen van sectoren door middel van SBI-codes. Dat probeerde het vorige kabinet ook bij het uitbreken van corona in Nederland, maar dat leverde veel grijze gebieden op, ondernemers die buiten de boot vielen en verder bleek dat de codering van de KVK verre van waterdicht is. Uiteindelijk werden de SBI-codes losgelaten in steunmaatregel TVL, de opvolger van steunmaatregel TOGS dat nog wel met deze codes werkte. Uiteindelijk zal het hanteren van zo’n sectorale beperking ertoe leiden dat er veel maatwerk geleverd moet worden om gevallen te beoordelen. Een geautomatiseerde beoordeling die effectief werkt, is volgens uitvoerder RVO niet haalbaar.
Ondernemersrisico afvangen
In plaats daarvan richt het kabinet zich op een nieuwe regeling om toekomstige crisis op te vangen. ‘Het kabinet vindt het belangrijk dat er een vangnet komt voor omstandigheden die buiten het reguliere ondernemersrisico liggen, waarbij werkgevers een tijdelijke crisis kunnen overbruggen en werknemers hun baan kunnen behouden,’ schrijven ministers Adriaansens, Kaag, Van Gennip en Schouten in een Kamerbrief. Over dat vangnet volgt meer informatie in het voorjaar van 2023.
Drempels en risico’s
Na het afschieten van sectorspecifieke steun, is generieke steun eigenlijk de enige optie die nog haalbaar is. Daarbij kan het kabinet spelen met bijvoorbeeld de omzetdrempels om de steun niet té breed uit te keren. Ook zou er gezocht kunnen worden naar een balans tussen een lagere bevoorschotting en het steunen van de meest noodlijdende bedrijven. Bij energiesteun TEK wordt bijvoorbeeld een lager voorschot uitgekeerd, om te voorkomen dat ondernemers volgend jaar veel moeten terugbetalen.
‘Nu het coronavirus endemisch is verklaard, ondernemers bekend zijn met het coronavirus en zelf hebben nagedacht over maatregelen om verspreiding tegen te gaan, weegt het kabinet de nadelen van generieke steun zwaarder dan voorheen,’ aldus de ministers. ‘Het ligt overigens niet in de lijn der verwachting dat er in de toekomst nog sprake zal zijn van volledige en langdurige sluiting. Mocht het virus desondanks weer opleven, wil het kabinet de samenleving zoveel mogelijk openhouden en is de inzet primair gericht op preventie.’