
Onder IFRS is een aanpassing gedaan in IFRS 16 Leases over de verwerking van sale-and-leaseback. De aanpassing beoogt een onbedoeld effect rond de winstneming te voorkomen, maar maakt de verwerking wel een stuk complexer.
Bij een sale-and-leaseback wordt een vast actief dat de onderneming in eigendom heeft verkocht met gelijktijdig de overeenkomst hetzelfde actief voor een aantal jaren te leasen (huren). Onder de Nederlandse regelgeving geldt dat als dit leasecontract een operationele lease is, het verschil tussen de verkoopprijs en de boekwaarde van het actief meteen als resultaat wordt genomen. Doorgaans is dat een winst. Als het een finance lease is, blijft het actief als zodanig op de balans staan, en wordt het verkoopresultaat uitgesmeerd over de leaseperiode.
Sale-and-leaeback onder IFRS
Onder IFRS worden leasecontracten echter bij de lessee fundamenteel anders verwerkt. Enerzijds wordt voor de toekomstige leaseverplichtingen een schuld in de balans opgenomen en anderzijds wordt dit bedrag als kostprijs van een gebruiksrecht aan de actiefzijde van de balans opgenomen. Bij een sale-and-leaseback onder IFRS verandert het actief in een gebruiksrecht. Het verkoopresultaat wordt dan bepaald als hoeveel van de capaciteit van het actief is verkocht.
Stel dat een actief met een boekwaarde van 90 wordt verkocht tegen de marktwaarde van 120, en dat de contante waarde van de leaseverplichtingen op de leaseback 40 is. Dan is daarmee 40/120e van de waarde van het actief behouden, en dus 80/120e (ook in economische zin) verkocht. De boekwaarde van 90 wordt dan met 60 verlaagd tot 30 (40/120 × 90); er wordt een leaseverplichting opgenomen voor 40, leidend tot een winst van 20 (60 – 40).
Variabele leasebetalingen
Pas nadat deze nieuwe methode van lease accounting was ingevoerd, ontdekte men dat bij bovenstaande verwerking een vreemd effect optreedt als het leasecontract variabele bedragen bevat. Bijvoorbeeld de huur van een winkelpand, waarbij de huur (deels) afhankelijk is van de omzet van de winkel. In de balans worden namelijk alleen vaste leasebedragen opgenomen. Dat zou ertoe leiden dat op het moment van de ‘sale’ een hogere winst zou worden verantwoord.
Wijziging
Daarom is IFRS 16 nu aangepast op dit punt. Het leidend principe blijft dat de winst bij aanvang in verhouding moet staan tot het overgedragen economische risico van het actief. Bij (deels) variabele leasebetalingen vergt dat oordeelsvorming. In het extreme geval dat de huur van het winkelpand volledig afhankelijk is van de winkelomzet, ligt het risico van het pand voornamelijk bij de verhuurder (lessor). Om het gepaste winstbedrag te verwerken, worden de geschatte variabele leasebedragen (toch ook) opgenomen in de balans, en wordt het gebruiksrecht zodanig opgenomen dat het in verhouding staat met het behouden economische risico. De standaard geeft verder geen aanwijzingen hoe de mate van risico-overdracht te meten. Dat zal afhangen van de specifieke feiten en omstandigheden.
De initieel geschatte variabele leasebetalingen worden niet op de volgende balansdata geactualiseerd. Het verschil tussen deze schatting en de daadwerkelijke uitkomst in het betreffende boekjaar wordt op dat moment in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Bij aanvang zal dus een specificatie moeten worden gemaakt welk variabel bedrag in welk boekjaar verwacht wordt.
RJ-jaarrekening
Deze verwerkingsmethode heeft dus vooral als bijzonderheid dat hier wel variabele leasebedragen in de balans worden opgenomen. Zou een onderneming meerdere huurcontracten met variabele leasebedragen hebben voor bijvoorbeeld panden, dan maakt het uit of een pand al of niet ooit voortkwam uit een sale-and-leaseback. Ook het punt dat initiële schattingen niet op latere balansdata worden geactualiseerd, is bijzonder.
Voor jaarrekeningen opgesteld conform Nederlandse grondslagen is deze problematiek (en dus ook deze wijziging) niet relevant, tenzij ondernemingen gebruikmaken van de keuze die de RJ geeft om binnen een ‘RJ-jaarrekening’ IFRS 16 toe te passen. Dit komt in de praktijk af en toe voor, maar dan voornamelijk bij dochtermaatschappijen waarvan het groepshoofd IFRS toepast.
Auteur: Dr. B. (Bart) Kamp RA
Dit artikel is verschenen in F&A Actueel 2023, afl. 1.