
Het aantal ondernemers dat experimenteert met circulariteit is gegroeid met dertig procent in 2021. Sinds 2018 wordt er steeds meer subsidie verstrekt voor circulaire projecten en worden er meer fiscale vrijstellingen geboden voor ondernemers die investeren in zulke projecten, via regelingen als de WBSO en MIA/VAMIL.
In 2018 waren er nog 341 circulaire projecten gestart, drie jaar later is dat aantal gegroeid naar 630. Dat is mede het gevolg van een groei aan Europese subsidies als Horizon Europe, het Innovation Fund en het Europees Fonds Regionale Ontwikkeling (EFRO). Subsidies van het Rijk bedroegen in 2021 155,1 miljoen euro, EU-subsidies waren goed voor 257,8 miljoen euro.
Meer geld voor circulariteit
In totaal, met fiscale regelingen en alle andere financiële instrumenten als de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) en de regeling Versnelde Klimaatinvestering Industrie (VEKI), is er zo 634,6 miljoen euro naar circulaire projecten gegaan, blijkt uit een rapport van RVO. Dat gaat het vaakst naar projecten die zich richten op circulaire ketens, bijvoorbeeld met het terugwinnen van energie, warmte of brandstof.
Van R&D naar ingrijpende verandering
Volgens het rapport gaat het in financieel opzicht steeds beter met plannen voor de circulaire economie, maar richt zich dat vooral op R&D. Dat komt omdat subsidieregelingen zich vooral richten op kennisontwikkeling, innovatieve producten en het opschalen daarvan. Ingrijpendere strategieën zouden op een andere manier dan subsidies worden moeten gestimuleerd.
