Op 1 november 2015 is de Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening in werking getreden. Deze wet bevat een aantal wijzigingen van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en enkele andere wetten. De wijzigingen in het jaarrekeningenrecht vloeien voort uit de invoering van een EU-richtlijn uit 2013. Wij bespreken enkele wijzigingen in deze bijdrage.
Bij het analyseren van jaarrekeningen worden vaak diverse financiu00eble ratio's berekend. De winst per aandeel is vrijwel de enige financiu00eble ratio in de jaarrekening waarvoor een voorgeschreven berekeningswijze is opgenomen in de regelgeving (RJ 340, IAS 33). Met name voor beursgenoteerde ondernemingen lijkt het verleidelijk om de waarde van een aandeel af te leiden uit de (verwachte) winst per aandeel. Maar deze ratio kent ondanks de strakke regelgeving belangrijke beperkingen.
Op 1 november 2015 is de Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening in werking getreden. Deze wet implementeert EU-richtlijn 2013/34/ EU die betrekking heeft op de jaarlijkse financiu00eble overzichten, geconsolideerde financiu00eble overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen. Deze Richtlijn vervangt de bekende Vierde EU-richtlijn (enkelvoudige jaarrekening) en de Zevende EU-richtlijn (geconsolideerde jaarrekening), die ruim dertig jaar van toepassing zijn geweest. Doel van De Richtlijn is het jaarrekeningrecht te harmoniseren, vereenvoudigen en moderniseren.
Bedrijven die vallen in de klasse 'micro' kunnen nu ook hun jaarrekening digitaal deponeren bij de Kamer van Koophandel (KvK).u00a0De rechtspersonen die in de bedrijfsklasse micro vallen hoeven alleen nog maar een beperkte balans te deponeren. In vergelijking met 'klein' zijn de onderdelen grondslagen, toelichtingen en niet in balans opgenomen verplichtingen niet meer nodig.
GGZ Nederland en Zorgverzekeraars Nederland hebben een akkoord bereikt over de afronding en afwikkeling van het Onderzoek controles ggz 2013. Zorgverzekeraars en ggz-aanbieders waren het daarom niet altijd eens over de uitleg van afspraken en normen rond de ggz-declaraties over 2013.u00a0Door de onduidelijkheden kwam een gedeelte van de omzet van ggz-aanbieders van 2013 ter discussie te staan. Een deel van de omzet 2013 landt in de jaarrekening 2014 en zorgt daardoor voor onzekerheid over deze jaarrekening. De Nederlandse Beroepsvereniging van Accountants (NBA) heeft hierover eerder een waarschuwingu00a0afgegeven. Het akkoord neemt ook deze onzekerheden weg.
Bestuurders lopen een kleine kans om op het ontbreken van een papieren jaarrekening te worden aangesproken. Dit gebeurt pas als de zaak voor de rechter verschijnt. Dit blijkt uit een memo van het ministerie van Economische Zaken, die hierinu00a0duidelijkheid verschaft over de verhouding tussen artikel 2.10 van het Burgerlijk Wetboek en het wetsvoorstel elektronisch deponeren.u00a0EZ schreef deu00a0memo naar aanleiding van vragen van de NBA, die signaleert dat er een maas in de wet lijkt te ontstaan rond het digitaal bewaren en publiceren van jaarrekeningen.
De grote accountantskantoren in de wereld laten nog steeds veel steken vallen waar het de controles van jaarrekeningen betreft. Ook controleverklaringen worden in veel gevallen niet voldoende onderbouwd. Dit blijkt uit een nieuw rapport van de internationale toezichthouder IFIAR.
De meeste ggz-instellingen hebben hun jaarrekening 2014 voor 1 december al gedeponeerd, maar enkele instellingen is dat nog steeds niet gelukt. Om de knelpunten weg te nemen hebben ggz-aanbieders, verzekeraars en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) nauw samengewerkt. De NZa gaat de regelgeving verruimen om 'resterende belemmeringen' weg te nemen.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) oordeelde donderdag dat de accountants de boeken van woningcorporatie Vestia nooit hadden mogen goedkeuren. Vestia overweegt nu de accountantskantoren die de jaarrekeningen over 2009 en 2010 naliepen aansprakelijk te stellen voor de schade.
De NBA pleit in een open brief aan gemeenteraden, colleges van B&W en besturen van zorginstellingen voor het opstellen van overeenkomsten tussen gemeenten en zorginstellingen om tot een finale afrekening van zorgkosten over 2015 te komen. Zulke 'finale afrekenovereenkomsten' moeten bestaande natura-contracten vervangen en zekerheid geven in de keten.u00a0
