Blog: tijd voor politieke en staatsrechtelijke hervorming

Blog: tijd voor politieke en staatsrechtelijke hervorming

Helaas, bij de formatiebesprekingen lijkt het Schip van Staat met de haven in zicht toch te stranden.

Vrij plotseling heeft NSC-leider Pieter Omtzigt op dinsdagavond 6 februari te kennen gegeven niet verder te willen met een kabinetsformatie met de PVV, VVD en BBB. Er zijn te grote financiële onzekerheden zo gaf het NSC aan. We zijn nu weer terug bij af tot op de dag van de Tweede-Kamerverkiezingen van 22 november 2023.

Voor iedereen is het inmiddels wel duidelijk geworden: doorgaan op dezelfde weg is geen optie meer. Het roer moet om. Een formatie over links – dat wil zeggen dat NSC wordt ingeruild voor GroenLinks-PvdA- is gezien de grote programmatische verschillen weinig realistisch te achten. En als er nu opnieuw verkiezingen worden gehouden, zou de PVV volgens de IPSOS verkiezingspeilingen van eind januari weliswaar fors groeien van 37 naar 45 zetels, maar dit is te weinig om tezamen met de VVD en BBB alsnog een Kamermeerderheid te vormen. De VVD en BBB zouden nu respectievelijk 19 en 6 zetels halen. De NSC stond op 18 zetels. Wat hiervan na het vertrek van het NSC nog overblijft, is ongewis.

Een protestpartij die vanuit het niets qua grootte de vierde partij wordt en een uitgerekende kans krijgt om ander, nieuw beleid te voeren maar nu opeens wegloopt, zal van de kiezer op weinig waardering kunnen rekenen. De VVD kan ervan meepraten na de gedoogsteunrel van Yesilgöz vorig jaar. De zetelverdeling van enige andere partijen is als volgt: GroenLinks-PvdA: 25, D66 11 en CDA 5. Nieuwe verkiezingen geven zo geen uitzicht op een regeerbare meerderheid van de overgebleven drie partijen.

Hoe nu verder?

Het echte probleem in de Nederlandse politiek is mijns inziens een diepliggender probleem. Beleidsvorming/uitvoering en beleidscontrole zijn bij ons gemengd. Dit is een staatsrechtelijke weeffout. Het kabinet heeft het primaat bij de beleidsvorming door middel van een Regeerakkoord en mag deze via en wet- en regelgeving, na verkregen goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer, uitvoeren. Op dit moment heeft de Tweede Kamer een rol in de beleidsvorming die bovendien veel te groot is. In ons duale politieke systeem behoort de Tweede Kamer louter een controlerende taak te hebben, maar gedraagt zich in wezen als een slager die het eigen vlees keurt. Staatsrechtelijk deugt dit niet.

Ik ben daarom van mening dat de beleidsvorming uit het politieke proces (uit de handen van de Tweede Kamer) getrokken moet worden. Een nieuw kabinet krijgt bij zijn aantreden een aantal dossiers op zijn bord (de zogeheten crisissen) en gaat dit oplossen. De kabinetsleden zijn vakministers die per definitie partijloos én inhoudelijk een degelijke kennis van zaken van hun beleidsterrein moeten hebben. Zij leggen hun voorgestelde oplossing(srichting)en voor aan de Tweede Kamer. Nu lijkt dat de Tweede Kamer alsnog weer partijpolitiek zou kunnen bedrijven, maar dat is te ondervangen. De partijen in de Tweede Kamer hebben namelijk voorafgaand aan de verkiezingen hun oplossing(srichting)en voor de diverse dossiers bekendgemaakt. In beginsel leggen zij zich daaraan vast. Dit lijdt alleen uitzondering als de omstandigheden in betekenisvolle mate zijn gewijzigd. Het kabinet weet dus bij het uitzetten van de lijnen waar het op al die dossiers aan toe is. Deze opzet vergroot de voorspelbaarheid en haalbaarheid van het te voeren kabinetsbeleid en vergroot zo de stabiliteit en en dus de uitvoerbaarheid van het kabinetsbeleid. Bij het ene dossier wordt een meerderheid gevonden over links en bij het andere dossier over rechts.

Na het klappen van de formatiebesprekingen zingen de termen als ‘zakenkabinet’ en ‘minderheidskabinet’ opeens veel rond. Ik heb er wel sympathie voor maar, het zijn in wezen halve oplossingen. Het ‘staatsrechtelijke slagersprobleem’ dat ik signaleer, blijft gewoon bestaan.

Andere bakens verzetten

Als we nu toch bezig zijn om staatsrechtelijk de bakens te gaan verzetten, dan heb ik nog een paar andere paraat.

  1. Er moet een kiesdrempel komen. De drempel kan gelegd worden ergens tussen de drie of vijf zetels. Reden? Een politieke partij moet een minimale kritische massa hebben om alle dossiers op een verantwoordelijke manier te kunnen afhandelen. De huidige Tweede Kamer telt maar liefst 17 partijen. Dit is een onwenselijke verbrokkeling van politiek slagkracht en doet ernstig afbreuk aan het controlerend vermogen van de Tweede Kamer. Bij een kiesdrempel van 3 zetels zouden nu nog 13 partijen in de Tweede Kamer overblijven en bij een drempel van 5 zetels 8 partijen. Uit oogpunt van politieke slagkracht zou ik de drempel daarom op 5 zetels zetten.
  2. Een premier mag maximaal twee termijnen dienen. Als we kijken naar de kabinetten van de afgelopen vijftig jaar, dan moeten we helaas vaststellen dat de laatste regeringsjaren van Lubbers, Kok, Balkenende en Rutte geen succesverhalen waren. Zij waren uitgeregeerd. Op een gegeven moment is de magie, de frisheid verdwenen. Oude bezems vegen immers niet meer schoon.
  3. Bij het opgeven van een Kamerzetel, gaat de zetel terug naar de desbetreffende politieke partij. Zetelroof, ook in de vorm van een overstap naar een andere partij, wordt hiermee voorkomen.

Ik hoop dat met deze aanpassingen het Schip van Staat weer de wind vol in de zeilen krijgt.

Auteur: Raymond Barkman, fiscaal econoom

Lees meer over