De tweede volgde iets meer dan een dag later, op vrijdagmorgen, vlak vóór de aanvang van de verkennende gesprekken met de fractievoorzitters in de Tweede Kamer. VVD-leider Dilan Yeşilgöz, deelde mee dat de VVD geen deel zou uitmaken van een kabinet Wilders. De VVD zou dit kabinet hoogstens gedogen. Vriend en vijand verbaasden zich over deze draai. De VVD heeft immers de laatste dertien jaar lang continu achter de knoppen gezeten en heeft het beleid mede bepaald en uitgevoerd dat tot zo veel crisissen heeft geleid. Nu zou het de mogelijkheid krijgen om dit goed te maken. De laatste verrassing dateert van maandag 27 november en betreft het terugtreden door verkenner Gom van Strien (PVV) die daags daarna door oud-minister Ronald Plasterk (PvdA) wordt opgevolgd.
Crises door vier kabinetten Rutte
Tijdens de periode van de kabinetten Rutte zijn diverse crisissen ontstaan die hoognodig om een oplossing vragen. De belangrijkste zijn de crisissen op het gebied van: wonen, migratie, milieu (stikstof) en de stagnerende energietransitie (te vol elektriciteitsnet en verminderd draagvlak voor windmolens). Verder maakt de burger zich in toenemende mate zorgen om zijn bestaanszekerheid omdat het steeds moeilijker wordt om de stijgende vaste lasten te kunnen blijven dragen. Ook staat de betrouwbaarheid van de overheid op het spel. Exemplarisch hierbij zijn de Toeslagenaffaire (kinderopvang) en de trage schadeafhandeling vanwege de gaswinning in Groningen. Bovendien lijkt de overheid het contact met de burger steeds meer te hebben verloren en wantrouwt de burger gezien de alsmaar groeiende en gedetailleerder wordende wet- en regelgeving op allerlei terrein. Als ik naar mijn eigen vakgebied (belastingen) kijk en zie hoe gedetailleerd bijvoorbeeld de regelingen voor de fiscale eenheid, deelnemingsvrijstelling en de eigenwoningregeling is geworden, dan spreekt dat boekdelen.
Oorzaken
Er zijn mijns inziens tal van oorzaken voor de crises aan te wijzen, maar aan de meeste van bovengenoemde crises ligt mijns inziens toch wel primair een gebrek aan politieke wil ten grondslag (migratie, stikstof) en het onvermogen om daadkrachtig op te treden om resultaat te boeken (wonen en energietransitie).
Vooruitzichten hoogst onzeker
De draai van de VVD heeft de mogelijkheid voor PVV, NSC en BBB om op enige wijze een meerderheidskabinet te kunnen vormen, in feite onmogelijk gemaakt. GL-PvdA heeft aangegeven niet met PVV in een kabinet te willen zitten. Dus zou er een kabinet over links moeten komen waarbij GL-PvdA en VVD het motorblok vormen en NSC en BBB nodig zijn om een meerderheid te kunnen vormen. Maar het politieke veld ligt ook hier vol voetangels en klemmen. De verschillen tussen de partijprogramma’s van GL-PvdA en VVD liggen op financieel-economisch vlak verder uit elkaar dan ooit tevoren. Ook broeit het momenteel binnen de VVD en GL-PvdA: bij de VVD omdat er onenigheid bestaat over de gemaakte keuze om niet deel te nemen aan een kabinet Wilders; bij GL-PvdA omdat de financieel-economische verschillen in de traditionele achterbannen steeds meer aan het licht komen. Als er opnieuw verkiezingen zouden worden gehouden, dan zouden beide partijen wellicht zetels verliezen en die zouden wel eens naar de PVV kunnen gaan.
Alternatieven
De kiezer heeft na de verkiezingen van 2021 al aangeven een kabinet te willen die een rechtsere koers zou varen, maar kreeg een links kabinet waarop D66 zwaar zijn stempel heeft gedrukt. In 2023 heeft de kiezer nog veel nadrukkelijker aangegeven een niet-links kabinet te wensen, gezien het verdere zetelverlies aan linkerzijde. Een nieuw kabinet over links betekent opnieuw een schoffering van de kiezer en zou nog eens illustreren dat de politiek het contact met de kiezer heeft verloren. In dat geval moeten we concluderen dat er is sprake van een systeemcrisis die staatsrechtelijk van aard is en die dus om een staatsrechtelijke oplossing vraagt. Die zijn er.
Alternatief 1: Minderheidskabinet
De eerste mogelijke oplossing zou het vormen van een zakenkabinet zijn waarbij de huidige politieke partijen nog een rol spelen. Er komt een minderheidskabinet die alle noden van bedrijven en burgers in kaart brengt. Vervolgens wordt aan alle partijen gevraagd om met een effectieve en financieel verantwoorde oplossingsrichting te komen. De rekenmeesters van het CPB kunnen dit laatste checken. Daarna wordt gekeken welke oplossingsrichtingen op een meerderheid kunnen rekenen. De ene keer zal het over links gaan en de andere keer over rechts. Politieke spelletjes krijgen nu veel minder ruimte omdat partijen al vooraf moeten aangeven welke oplossingen zij hebben en waar ze aan gehouden moeten worden. Het verschijnsel minderheidskabinet is niet nieuw. Scandinavische landen hebben al enkele tientallen jaren te maken met dergelijke politieke situaties. Tussen 1970 en 2007 waren in Zweden, Noorwegen en Denemarken van de in totaal 46 regeringen er 39 minderheidskabinetten. Dat heeft geleid tot een belangrijkere rol van het parlement, doordat het actief werd betrokken bij de besluitvorming.
Alternatief 2: Referendum
De Nederlandse politiek heeft na twee ‘verkeerd afgelopen referenda’ (Associatieverdrag EU- Oekraïne en Europese Grondwet) het ultieme democratisch instrument – referendum- afgezworen. Inmiddels is het beeld aan het kantelen en ligt in de Eerste Kamer het initiatief-wetsvoorstel Bindend correctief referendum (36160) ter behandeling. Aan het instrument referendum kleven diverse bezwaren. Te denken valt aan het gebrek aan inzicht en kennis bij de kiezer, zeker bij laaggeletterden en migranten die in Nederland nog niet voldoende geworteld zijn. Maar ook daar is een mouw aan te passen. Vanuit diverse ministeries en de wetenschap kan een vertaalslag worden gemaakt van de wil van de kiezer naar verstandig beleid. Verder moet worden voorkomen dat er jaarlijks te veel referenda worden gehouden. De bevolking kan dan juist uit ergernis of balorigheid een referendum bederven. Bij het referendum-systeem zou eventueel nog een keuze kunnen worden gemaakt tussen de variant mét en zonder politieke partijen. Vooralsnog lijkt mij de variant mét politieke partijen de voorkeur te verdienen om zo nog enige structuur en stabiliteit in de procesbegeleiding van de oplossing te behouden. Maar als blijkt dat politieke spelletjes blijven bestaan, dan is een switch snel gemaakt naar de variant zonder politieke partijen. Zwitserland heeft al sinds 1802 ervaring met referenda. Het Zwitserse parlement kan via een referendum steeds worden overruled.
Tot slot
De puzzel waarmee de politiek na 22 november is opgezadeld, is op zich al ingewikkeld. Als de politiek op de oude weg blijft doorgaan met navelstaren en politieke spelletjes, dan zal vroeg of laat de bom barsten. Wellicht al bij de volgende verkiezingen. Het is nu één voor twaalf. Het land schreeuwt om oplossingen. Het verdienvermogen van onze bedrijven en de bestaanszekerheid van vele burgers staan op het spel. Ik wens daarom fractieleiders Wilders, Yeşilgöz, Omtzigt en Van der Plas, en verkenner Ronald Plasterk veel wijsheid, tact en stuurmanskunst toe.
Auteur: Raymond Barkman, fiscaal econoom bij Nextens