
Maar liefst 54 procent van de Nederlandse bedrijven maakte de afgelopen twaalf maanden gebruik van een extern incassobureau. In de meeste gevallen (63 procent) werd een extern incassobureau ingeschakeld voor het innen van binnenlandse vorderingen. De prijs en succesratio zijn voor Nederlandse bedrijven de belangrijkste criteria bij het kiezen voor een extern incassobureau.
Dat blijkt uit onderzoek door Atradius Collections. Altradus deed onderzoek naar de trends en ontwikkelingen ten aanzien van bedrijfsbetalingen en zakelijke incasso’s. Meer dan 1700 Europese bedrijven werden ondervraagd. Het onderzoek besloeg negen landen: België, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië, Italië, Nederland, Spanje en Zweden. De resultaten zijn gepubliceerd in The Global Collections Review June 2010.
Achterstallige vorderingen
Van 75 procent van de binnenlandse achterstallige vorderingen bedraagt de betalingsachterstand minder dan zestig dagen. In slechts 7 procent van de gevallen zijn de vorderingen meer dan negentig dagen achterstallig.
Bij de buitenlandse achterstallige vorderingen liggen deze percentages iets hoger. Hier wordt in 28 procent van de gevallen de grens van zestig dagen overschreden, terwijl 10 procent de negentig dagen passeert. Hiermee komt Nederland op de derde plaats, na Zweden en Denemarken, van landen met het laagste aantal dagen betalingsachterstand.
De Europese gemiddelden voor de binnenlandse en buitenlandse achterstallige vorderingen zijn ongeveer gelijk aan elkaar. Van alle onderzochte bedrijven geeft 66 procent aan dat hun huidige inbare vorderingen minder dan zestig dagen achterstallig zijn, terwijl zo’n 20 procent van de vorderingen tussen de zestig en negentig dagen achterstallig is. 14 procent van de inbare vorderingen is qua betalingsachterstand de grens van negentig dagen gepasseerd.
Striktere betalongspraktijken
Nederlandse bedrijven hanteren striktere betalingspraktijken dan veel andere Europese landen. Zo maken zij meer gebruik van externe dienstverlening en is het aantal dagen dat vorderingen uitstaan lager dan gemiddeld. Samen met Zweden, kent Nederland het laagste percentage bedrijven die zelf vorderen (48 procent). Daarentegen komt Nederland op de eerste plaats wanneer het gaat om het aantal bedrijven die van een extern incassobureau gebruik maken (54 procent).
Door de populariteit van externe incassobureaus bij Nederlandse bedrijven, is de toepassing van wettelijke procedures en schuld verkopen in Nederland veel lager dan in andere Europese landen.
De belangrijkste reden voor Nederlandse bedrijven om geen extern incassobureau in te schakelen, is dat ze het liever ‘zelf doen’. Andere belangrijke redenen zijn ‘de relatie met de klant’, gevolgd door ‘de kosten’.
Nederlandse bedrijven zijn positiever over externe incassobureaus dan andere Europese ondernemingen. Gebrek aan vertrouwen in het externe incassobureau speelt in Nederland minder dan in de rest van Europa. Ook is dit de minst voorkomende reden voor Nederlandse bedrijven om geen extern incassobureau in te schakelen.
Europa
De meeste Europese bedrijven vorderen zelf, slechts 33 procent heeft de afgelopen twaalf maanden gebruik gemaakt van een extern incassobureau. Dit percentage ligt beduidend lager dan in Nederland. 31 procent van de Europese ondernemingen schakelde de afgelopen twaalf maanden een gerechtskantoor of advocaat in, terwijl 12 procent gebruik maakte van schuld verkoop. Alleen in Nederland en Zweden schakelde meer dan 50 procent van de onderzochte bedrijven een extern incassobureau in. Deze landen maken ook het minst vaak gebruik van gerechtskantoren om hun schulden te innen (slechts 15 procent van de Nederlandse en Zweedse bedrijven zocht hun toevlucht tot een gerechtskantoor). Vooral in Denemarken en (in iets mindere mate) Italië innen bedrijven hun schulden zelf, zonder bemiddeling van een extern bureau. Schuld verkoop is in Europa de minst geliefde manier om schulden te innen, al is deze methode in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk aanzienlijk populairder dan in andere Europese landen.
Criteria
De belangrijkste criteria voor Europese bedrijven om voor een extern incassobureau te kiezen zijn de succesratio, gevolgd door de prijs. Alleen Italiaanse bedrijven vinden reputatie veel belangrijker dan de succesratio.
Internationale expertise en aanvullende dienstverlening, beschouwt men als minder belangrijk. Dat internationale expertise minder hoog op de verlanglijst staat, heeft hoogstwaarschijnlijk te maken met het feit dat 47 procent van de bedrijven die gebruik maakten van externe incassobureaus, deze bureaus alleen inschakelde voor binnenlandse achterstallige vorderingen (in Nederland 63 procent). Alleen in Frankrijk vind men internationale expertise duidelijk belangrijker dan in andere Europese landen. Deense bedrijven daarentegen, achten internationale expertise zeer onbelangrijk en hechten veel meer waarde aan de succesratio dan alle andere onderzochte landen. In Duitsland telt het vermogen van een extern bureau om een positieve relatie te handhaven, zwaarder mee dan in de rest van Europa. Spaanse ondernemingen kijken intussen meer naar het vermogen om toegang te vergaren tot up-to-date informatie.
Omzet
De bedrijfsomzet of bedrijfsgrootte lijkt geen belangrijke rol te spelen wanneer het gaat om het kiezen voor een extern incassobureau. Wel zijn grotere bedrijven (met een omzet tussen de 10 en 100 miljoen Euro) eerder geneigd om een extern bureau te gebruiken voor internationale achterstallige vorderingen.
* * *
The Global Collections Review June 2010 , Atradius Collections. Het volledige rapport vindt u hier.
Tip: Kluwer Research Base
U kunt ook zoeken in de Kluwer Research Base. In deze databanken vindt u voor financials relevante onderzoeken, veelal gratis.