
Voor veel ondernemers is 2020 een bewogen jaar geweest in verband met de coronacrisis. Om het jaar zo voordelig mogelijk af te sluiten volgt hier een aantal eindejaarstips.
Vorm een voorziening
Het hoge vennootschapsbelastingtarief blijft 25 procent. Echter het lage vennootschapsbelastingtarief wordt verminderd van 16,5 procent naar 15 procent. Daarnaast wordt de eerste tariefschijf verlengd naar 245.000 euro in 2021 en naar 395.000 euro in 2022. Het kan dus voordelig zijn om resultaten uit te stellen tot 2021 of 2022 mocht dit fiscaal tot de mogelijkheden behoren.
Vraag voorlopige aanslag vennootschapsbelasting aan
Door de coronacrisis kan het zijn dat u aan het begin van het jaar ervoor gekozen heeft uw voorlopige aanslag vennootschapsbelasting te verlagen. Een van de fiscale coronamaatregelen is de verlaging van de belasting- en invorderingsrente tot 0,01 procent. De tijdelijke verlaging gold ten aanzien van de belastingrente tot en met 30 september 2020 en geldt ten aanzien van de invorderingsrente tot en met 31 december 2021. De belastingrente bedraagt 4 procent voor alle belastingen. Dit geldt dus ook voor de vennootschapsbelasting, waar voorheen het tarief 8 procent was. Dit betekent dat wanneer uw onderneming na het indienen van de aangifte vennootschapsbelasting nog moet bijbetalen u geconfronteerd kunt worden met deze rente. Deze wordt berekend met ingang van 1 juli van het jaar, vólgende op het belastingjaar waarvoor aangifte is gedaan. Om een hoge belastingrente te voorkomen is het zinvol tijdig een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting aan te vragen. Dit dient dan vóór 1 mei 2021 plaats te vinden. Uiteraard kunt u er ook voor kiezen de aangifte vennootschapsbelasting tijdig in te dienen. Er wordt namelijk geen belastingrente in rekening gebracht als de aangifte vóór 1 juni 2021 wordt ingediend.
Gebruik grotere vrije ruimte WKR
In het Besluit noodmaatregelen coronacrisis is goedgekeurd dat voor het jaar 2020 wordt uitgegaan van een tijdelijke verruiming van de vrije ruimte in de werkkostenregeling. Over de eerste 400.000 euro van de fiscale loonsom is de vrije ruimte 3 procent, daarboven is het 1,2 procent. Deze goedkeuring is met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2020 geregeld. U kunt nog overwegen uw werknemers een extraatje te geven.
In 2021 wordt het percentage van de vrije ruimte in de WKR over de eerste 400.000 euro 1,7 procent. Daarboven wordt het percentage van 1,2 procent in de tweede schijf van de vrije ruimte in de WKR (het percentage dat geldt voor het restant van de fiscale loonsom vanaf 400.000 euro) verlaagd naar 1,18 procent. Deze verlaging is geen tijdelijke maatregel.
Lees ook: Zo benut u de grotere vrije ruimte binnen de WKR
Voorkom verliesverdamping
De verliesverrekening is soberder geworden. Een verlies in 2020 is te verrekenen met de winst van 2019 en de winsten van 2021 tot en met 2026. Daarna gaan verliezen verloren. Als u nog een verlies uit 2011 heeft dan verdampt deze per 31 december 2020. Laat bijvoorbeeld voorzieningen vrijvallen zodat uw verliezen niet verdampen. Een mogelijkheid om winst te creëren is door stille reserves in uw activa te realiseren door deze te verkopen.
Overweeg fiscale eenheid
Het vormen van een fiscale eenheid vennootschapsbelasting kan het beste plaatsvinden per balansdatum. Vaak loopt een boekjaar van 1 januari tot 31 december. Het nieuwe jaar is dus een goed moment om een fiscale eenheid te vormen, dit voorkomt dat er tussentijdse cijfers gemaakt moeten worden en andere administratieve rompslomp. Een verzoek tot voeging kent maximaal drie maanden terugwerkende kracht.
Verbreek fiscale eenheid
Het kan ook wenselijk zijn om een fiscale eenheid te verbreken. Een vennootschap wordt dan weer zelfstandig belastingplichtig. Om een fiscale eenheid op verzoek te verbreken dient u een verzoek in te dienen bij de Belastingdienst. Hierbij kan geen terugwerkende kracht worden verleend.
Als uw verzoek gehonoreerd wordt, kunt u met meerdere vennootschappen gebruikmaken van het lage vennootschapsbelastingtarief. Dit kan gezien de verruiming van de eerste schijf in de vennootschapsbelasting interessant zijn. Ook kunt u met meerdere vennootschappen gebruikmaken van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Ook aansprakelijkheidsoogpunten kunnen een reden zijn voor ontvoeging.
Let er bij het aangaan of verbreken van fiscale eenheden wel op dat de voorlopige aanslagen vennootschapsbelasting in overeenstemming worden gebracht.
Overweeg kleinschaligheidsinvesteringsaftrek en/of baangerelateerde investeringskorting
Als u uw investeringen plant, houdt u hierbij dan rekening met de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Dit is een extra belastingkorting die kan oplopen tot 28 procent van het geïnvesteerde bedrag. U moet echter wel rekening houden met een minimaal (2.400 euro) en een maximaal (323.554 euro) investeringsbedrag. Het belastingvoordeel neemt af als er meer geïnvesteerd wordt. Door uw investeringen goed te plannen, bijvoorbeeld door uitstel naar begin 2021, kunt u mogelijk aanspraak maken op een hoger fiscaal voordeel. Ook kan het zinvol zijn investeringen die staan gepland voor 2021 reeds in 2020 te doen om zo de drempel van 2.400 euro te overschrijden. In 2021 wordt de baangerelateerde investeringskorting (BIK) geïntroduceerd, investeringen uitstellen tot 2021 kan dus voordeliger zijn. De regeling geldt voor nieuwe investeringen die vanaf 1 oktober 2021 tot uiterlijk 31 december 2022 worden gedaan. Bedrijven kunnen de investeringskorting verrekenen met de af te dragen loonheffing.
Dividend uitkeren?
De aanmerkelijkbelangheffing in Box 2 gaat omhoog. In 2021 zal deze van 26,25 procent stijgen naar 26,9 procent. Deze maatregel is reeds aangekondigd en hangt samen met de daling in de vennootschapsbelasting. Hoewel er niet veel winst meer te behalen is kan het nog aantrekkelijk zijn om in 2020 een dividenduitkering te doen. Het moet dan wel gaan om een uitkering aan een aanmerkelijkbelanghouder (natuurlijk persoon). Uitkeringen aan andere vennootschappen worden niet hierdoor getroffen, deze vallen onder de deelnemingsvrijstelling.
Doe een balans- en uitkeringstoets als uw bv dividend gaat uitkeren. Risico is dat een dividenduitkering anders wellicht terugbetaald moet worden. Dit kan voor de dga vervelende consequenties hebben.
Btw: bijzonder uitstel van betaling in verband met coronamaatregelen
Heeft u bijzonder uitstel van betaling gekregen in verband met in het kader van de coronacrisis genomen maatregelen, dan kunt u dit verlengen tot 1 januari 2021. Het is niet meer mogelijk om van de bijzondere uitstelregeling in verband met de coronacrisis gebruik te maken als dit bijzondere uitstel voor 1 oktober 2020 niet is aangevraagd. De invorderingsrente is tot en met 31 december 2020 tijdelijk verlaagd tot 0,01 procent. Vanaf 1 januari 2021 is de invorderingsrente 4 procent en is het raadzaam de btw zo snel mogelijk te betalen om te voorkomen dat de rente oploopt.
Lees ook: Btw en laatste aangifte van het jaar
Maak gebruik van de kleine-ondernemersregeling
Ondernemers die per jaar een omzet van niet meer dan 20.000 euro, exclusief btw, hebben en die in 2021 gebruik willen maken van de nieuwe kleine ondernemersregeling moeten dit uiterlijk vier weken voor de start van het nieuwe tijdvak bij de Belastingdienst melden. Dit kan via het aanmeldformulier op de website van de Belastingdienst. Let op dat de keuze voor de nieuwe kleine-ondernemersregeling geldt voor drie jaren, en dat u pas na drie jaar weer kunt kiezen om in de reguliere btw-heffing te worden betrokken. Keuze voor de kleine-ondernemersregeling btw leidt ertoe dat de ondernemer vrijgesteld is van btw, zodat hij geen btw op zijn facturen mag vermelden en geen btw-aangifte hoeft te doen. Dit heeft tot gevolg dat de btw-ondernemer geen btw in aftrek kan brengen, zodat het nadelig kan zijn om voor de nieuwe kleine-ondernemersregeling te kiezen als de komende drie jaar investeringen worden verwacht. Bovendien doet zich op het moment dat de ondernemer kiest voor de nieuwe kleine-ondernemersregeling btw een herzieningsmoment voor waarop beoordeeld moet worden of btw moet worden herzien. Hierbij geldt een drempel van 500 euro herzienings-btw per jaar. Is de herzienings-btw minder dan 500 euro btw per jaar, dan hoeft geen btw te worden herzien.
Lees ook: Belastingdienst: bekijk kleineondernemersregeling wegens coronacrisis
Vraag btw van oninbare vorderingen terug
Met name in een jaar als deze wil geen btw-ondernemer btw laten liggen. Ga daarom na of er oninbare vorderingen zijn waarvan de btw teruggevraagd kan worden.
De btw is terug te vragen op het moment waarop de vordering oninbaar wordt, en dat is uiterlijk het moment waarop één jaar na het opeisbaar worden van de factuur is verstreken. Een factuur wordt eerder opeisbaar als vast komt te staan dat niet betaald zal worden, bijvoorbeeld bij een faillissement. De btw-ondernemer kan de btw, die hij eerder in verband met de levering of dienst aan de Belastingdienst heeft afgedragen, terugvragen in de btw-aangifte door bij rubriek 1a/1b van de btw-aangifte een negatieve omzet en negatief btw-bedrag in te vullen.
Doe dit tijdig door de btw terug te vragen in het tijdvak waarin de éénjaarstermijn is verstreken. Is de btw-aangifte over dit tijdvak al ingediend, vraag de btw dan via een btw-suppletie terug.
Margeregeling: vraag te veel betaalde btw terug
Veel reisbureaus zijn het afgelopen jaar hard getroffen door de coronacrisis. Reisbureaus die de margeregeling en de marge op basis van de globalisatieregeling toepassen halen over kalenderjaar 2020 mogelijk een negatieve jaarwinstmarge, nadat zij de aangiftetijdvakken van 2020 met elkaar gesaldeerd hebben. Indien er na verrekening van de aangiftetijdvakken minder btw verschuldigd is dan er is afgedragen, kan de te veel betaalde btw worden teruggevraagd via een schriftelijk verzoek aan de belastingdienst. Doe dit in het eerste aangiftetijdvak na afloop van 2020. Als de jaarwinstmarge negatief is moet de inspecteur verzocht worden om de jaarwinstmarge op het negatieve bedrag vast te stellen. Deze negatieve jaarwinstmarge mag vervolgens verrekend worden met de positieve jaarwinstmarge van 2021. Ditzelfde geldt voor wederverkopers van margegoederen.
Lagere overdrachtsbelasting
In het wetsvoorstel Wet differentiatie overdrachtsbelasting is bekendgemaakt dat het voorstel is dat vanaf 1 januari 2021 de tarieven en regels in de overdrachtsbelasting wijzigen. Er geldt een eenmalige vrijstelling van overdrachtsbelasting voor verkrijgers van een woning die nog geen 35 jaar oud zijn, en een woning aanschaffen die zij zelf zullen bewonen. Hiertoe moeten de verkrijgers een verklaring tekenen waarin zij aangeven de woning als hoofdverblijf te betrekken. Personen die een woning voor eigen bewoning aanschaffen maar eerder gebruik hebben gemaakt van de vrijstelling overdrachtsbelasting of 35 jaar of ouder zijn, betalen 2 procent overdrachtsbelasting over de aankoop van de woning. Over alle overige verkrijgingen van onroerende zaken is 8 procent overdrachtsbelasting verschuldigd. Hoewel de definitieve wetswijziging nog niet bekend is, is het gelet op het wetsvoorstel raadzaam om nu alvast rekening te houden met de voorgenomen wijzigingen. Zo kan het bijvoorbeeld verstandig zijn om de aankoop en levering van een woning uit te stellen tot januari 2020, als de verkrijgers dan op basis van het wetsvoorstel in aanmerking voor de vrijstelling overdrachtsbelasting komen. Daarentegen kan het voor bijvoorbeeld beleggers voordeliger zijn om in 2020 onroerend goed aan te kopen, omdat vanaf 1 januari 2021 het tarief overdrachtsbelasting naar 8 procent gaat wanneer het gaat om de aankoop van een pand dat niet door de verkrijger zelf bewoond zal worden.
Dien btw-suppletie in
Ga na of er openstaande btw-schulden zijn. Zo ja, geeft deze dan aan via een btw-suppletie. Het onmiddellijk aangeven van de btw via een btw-suppletie voorkomt dat de belastingdienst hoge vergrijpboeten oplegt. Wel kan de belastingdienst naar aanleiding van een btw-suppletie een boete van 5 procent opleggen, met een maximum van 5.514 euro. Als het te betalen btw-bedrag als gevolg van de suppletie niet hoger is dan 20.000 euro of 10 procent van de eerder per saldo betaalde of terugontvangen btw over dat tijdvak, wordt geen boete opgelegd.
Maak BUA-berekening
Maak een BUA-berekening in verband met privéverstrekkingen aan personeel en zakenrelaties, en corrigeer de btw-aftrek als blijkt dat de drempel van 227 euro, exclusief btw, aan verstrekkingen per persoon is overschreden. Neem de BUA-berekening op in de administratie.
Corrigeer privégebruik auto
Maak een correctie voor het privégebruik van de auto die op naam van de onderneming staat en waarvan btw op kosten in aftrek wordt gebracht. Dit kan aan de hand van de bijgehouden kilometeradministratie. Is er geen kilometeradministratie bijgehouden, dan kan de btw-correctie worden gemaakt aan de hand van het forfait van 2,7 procent van de catalogusprijs van de auto inclusief BPM en btw. Is de auto langer dan vijf jaar geleden voor het eerst in gebruik genomen of is bij aanschaf van de auto geen btw in aftrek gebracht, dan geldt een forfait van 1,5 procent.
Bereken en corrigeer pro-rata
Past u een pro-rata toe, bereken dan aan het einde van het jaar aan de hand van de definitieve cijfers het exacte pro-rata en corrigeer waar nodig de eerder in aftrek gebrachte btw tot het juiste bedrag.
Investeringsgoederen
Verricht u zowel btw-belaste als btw-vrijgestelde prestaties? Ga dan na of er investeringsgoederen zijn waarvan de btw-herzieningstermijn nog niet is verlopen, en maak een btw-correctie.
Meld wijzigingen in fiscale eenheid btw
Maakt de btw-onderneming deel uit van een fiscale eenheid btw en is er iets gewijzigd in de samenstelling van de fiscale eenheid btw, bijvoorbeeld omdat een entiteit is verkocht? Meld de wijziging in de fiscale eenheid btw bij de Belastingdienst zodat de aansprakelijkheid voor btw-schulden niet doorloopt ten opzichte van de ondernemingen die niet langer deel uitmaken van de fiscale eenheid.
Dit artikel is verschenen in cm: 2020, afl. 10.
Geef een reactie