
Per 1 oktober beginnen ondernemers met het terugbetalen van de belastingschuld die is opgebouwd tijdens de coronaperiode. Velen hebben dat al gedaan, maar nog zo’n 279.000 ondernemers hebben in totaal nog bijna 20 miljard euro aan schuld openstaan bij het Rijk.
Volgens het FD dreigen 135.000 bedrijven in de problemen te komen door deze maandelijkse kostenpost die er binnenkort bijkomt. Met consumenten die minder uitgeven door de hoge inflatie, de enorm gestegen energieprijzen en het aflossen van de schuld verwachten vooral mkb’s dat ze de komende tijd in de financiële problemen raken. Het gaat daarbij in totaal om een schuld van 9 miljard euro. Nextens meldt dat 17 procent van de Nederlandse organisaties moeite heeft met het terugbetalen van de belastingschuld die is opgebouwd tijdens corona. Hoe zit het ook alweer met die schuld en waar krijgen ondernemers precies mee te maken? Cm: beantwoordt acht prangende vragen.
1. Wat was het bijzonder uitstel ook alweer?
Tijdens de looptijd van het coronasteunpakket konden ondernemers uitstel van betaling vragen voor alle aanslagen inkomstenbelasting, Zorgverzekeringswet, vennootschapsbelasting, loonheffingen en omzetbelasting (btw), kansspelbelasting, accijns, verbruiksbelasting alcoholvrije dranken, assurantiebelasting, verhuurderheffing, BPM voor vergunninghouders (vanaf tijdvak mei 2020), energie- en andere milieubelastingen en vergelijkbare belastingen in Caribisch Nederland.
Coronaschuld: 4 manieren waarop de fiscus coulant omgaat met ondernemers
2. Hoe gaat het terugbetalen in zijn werk?
Vanaf 1 oktober 2022 moet de opgebouwde schuld worden terugbetaald in 60 maandelijkse termijnen. Ondernemers met een openstaande schuld zijn hier per brief over geïnformeerd. In april kregen zij een eerste brief met de schuld op peildatum 31 januari 2022. Deze schuld wordt verdeeld over 60 maandelijkse termijnen, inclusief invorderingsrente, die vanaf 1 oktober moet worden betaald. Er is daarbij ook een mogelijkheid voor een andere interval te kiezen, bijvoorbeeld per kwartaal.
Per 1 april kwam er een einde aan het coronasteunpakket en aan verder uitstel. In augustus ontvingen ondernemers met een openstaande schuld een tweede brief met een geactualiseerd overzicht. Daarin staat wat het bedrag is dat de ondernemer periodiek, standaard maandelijks, moet terugbetalen. De eerste terugbetaaltermijn heeft 31 oktober 2022 als uiterste betaaldatum.
3. Hoe zit het met de stijgende invorderingsrente?
Tijdens de looptijd van het coronasteunpakket was de invorderingsrente 0,01 procent. Deze rente is bedoeld om ondernemers te stimuleren op tijd terug te betalen, maar dat was natuurlijk niet logisch tijdens het bijzonder uitstel. Om mensen te stimuleren om de schuld terug te betalen, gaat de rente weer stapsgewijs terug naar 4 procent. Per 1 juli 2022 werd de rente weer op 1 procent gezet. Vanaf 1 januari 2023 wordt dat 2 procent, vanaf 1 juli 3 procent en ten slotte vanaf 1 januari 2024 is het percentage weer terug op 4 procent.
Lees ook: Coronaschuld: Dit zijn de opties
4. Waar kunnen ondernemers hulp vinden?
De KVK biedt hulp met een adviesteam dat is te bereiken op 0800-2117. Organisaties als MKB Doorgaan, 155 Help een bedrijf, Over Rood, De Nederlandse Zaak voor Ondernemers (DNZO) of Ondernemersklankbord (OKB) helpen ondernemers met adviezen over de levensvatbaarheid van het bedrijf. Ook de gemeente heeft de plicht om mensen met schulden te helpen. Voor de ondersteuning van belastingschulden kunnen eigenaars van eenmanszaken, zzp’ers, vennoten van een vof of cv, of maten van een maatschap aankloppen bij hun gemeente. Die kijkt of ze de ondernemer kunnen helpen met een aanvraag voor schuldhulpverlening of van advies kunnen voorzien.
5. Hoe heeft de Belastingdienst schuldsanering versoepeld?
Een uiterste oplossing is schuldsanering om te voorkomen dat een ondernemer failliet gaat. De Belastingdienst is vaak een van de grootste schuldeisers en stemt onder normale omstandigheden pas in met een saneringsakkoord als de fiscus ten minste het dubbele percentage ontvangt van wat aan andere schuldeisers wordt uitgekeerd. Tussen 1 oktober 2022 en 30 september 2023 wordt dat beleid losgelaten. ‘Als er geen saneringsakkoord tot stand komt en de onderneming alsnog failliet gaat of in een dwanginvorderingstraject terecht komt, dan heeft en houdt de Belastingdienst een preferente positie,’ meldde toenmalig staatssecretaris van Financiën Vijlbrief aan de Tweede Kamer.
6. Wat is het voordeel van extra afbetalen?
Het is ook mogelijk om meer af te lossen dan de maandelijkse termijn. Daarmee veranderen de termijnbedragen niet, maar wordt de looptijd korter. Maar het bespaart ook geld, omdat ondernemers in dat geval gebruik kunnen maken van de lagere invorderingsrente. Als het enigszins mogelijk is, is het daarom aan te bevelen om een groter bedrag af te lossen in dit jaar en in 2023, voordat de rente 4 procent is.
Coronaschuld: 3 versoepelingen van de Belastingdienst
7. Wat zijn de mogelijkheden voor een betaalpauze?
Er is een betaalpauze mogelijk, maar dat is een eenmalige actie die ondernemers een periode van drie maanden kunnen gebruiken om directe problemen af te wenden. Er verandert alleen niets aan de einddatum van oktober 2027, waardoor het termijnbedrag in de resterende periode stijgt. Ondernemers die in de problemen raken moeten zich goed bewust zijn van deze consequentie die herstel na de pauze mogelijk lastiger maakt.
8. Waarom wordt de schuld niet kwijtgescholden?
Hoewel hier de voorkeur naar uitgaat bij sommige deskundigen, zodat de samenleving als geheel de last draagt en mogelijk meer bedrijven en banen worden behouden, houdt de overheid de boot af van het kwijtschelden van de schuld. Volgens het vorige kabinet zou kwijtschelden niet eerlijk zijn, omdat veel ondernemers de Belastingdienst voorrang gaven bij afbetaling en zij zich dieper in de schulden staken om andere crediteurs te betalen. Bij het kwijtschelden van schulden zou je deze groep benadelen. Dat zou de concurrentieverhouding tussen ondernemers verstoren. Daarnaast loopt Nederland met kwijtschelden van de belastingschuld het risico ongeoorloofde staatssteun te hebben verstrekt.