Vereenvoudigen
Al jarenlang is er een roep vanuit het bedrijfsleven om het belastingstelsel te vereenvoudigen. Het huidige stelsel van belastingen, premies, toeslagen en uitkeringen is namelijk onnodig ingewikkeld. De complexiteit ligt voornamelijk in iedere uitzondering, zoals aftrekposten, verlaagde tarieven of vrijstellingen. De overheid zet gelukkig al enkele stappen om het belastingstelsel evenwichtiger en eenvoudiger te maken. Zo blijft bijvoorbeeld de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) bestaan in afgeslankte vorm. Hiermee wil de overheid voorkomen dat bij een bedrijfsoverdracht het voortbestaan van een bedrijf in gevaar komt, doordat men schenk- of erfbelasting moet betalen. In totaal neemt het demissionaire kabinet zes maatregelen om deze regeling met name vanaf 2025 eenvoudiger maar ook soberder te maken. Eén van die maatregelen heeft te maken met de beleggingsfictie voor aan derden ter beschikking gestelde of verhuurde onroerende zaken. Deze regel zorgt ervoor dat er minder moeizame discussies met de belastingdienst zullen zijn over de vraag of de verhuur of het ter beschikking stellen als een ondernemingsactiviteit wordt beschouwd. Is dat het geval? Dan heb je voor deze onroerende zaken recht op toepassing van de BOR.
Toch kan de overheid nog verschillende stappen zetten om het belastingstelsel te vereenvoudigen. Daarbij is het essentieel dat het nieuwe kabinet zich blijft afvragen of fiscale regelingen nog maatschappelijk en economisch te verantwoorden zijn en of ze nog op een efficiënte manier bijdragen aan het beoogde doel. Dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Vereenvoudiging kan ertoe leiden dat het belastingsysteem minder rechtvaardig wordt. Een bekend - maar inmiddels berucht - voorbeeld is de box 3-heffing. In het begin per 2001 blonk deze forfaitaire heffing uit in eenvoud. Inmiddels is de wereld geheel anders geworden. De spaarrentes zijn gedaald, de resultaten van aandelenbeleggingen zijn aanzienlijk wispelturiger geworden en de verhuurmarkt van woningen in de gereguleerde sector is in de huidige omstandigheden ronduit onaantrekkelijk. Toch blijft de fiscus in een groot deel van deze gevallen meer forfaitaire inkomsten in aanmerking nemen dan daadwerkelijk is behaald. De belastingrechters moeten dan ook regelmatig de belastingdienst terugfluiten. Nog nooit zijn de aantallen bezwaar- en beroepschriften zo groot geweest. Maar gelukkig gloort er licht aan het einde van de tunnel. Het kabinet streeft ernaar dat per 2027 in box 3 geheven wordt over het daadwerkelijk behaald rendement.
Vertrouwen
Naast vereenvoudiging moet het kabinet de fiscale wet- en regelgeving opstellen vanuit het vertrouwen dat de meeste ondernemers het juiste willen doen. Op dit moment zien we dat regels steeds meer worden dichtgetimmerd om te voorkomen dat mensen de verkeerde dingen doen en misbruik maken van het systeem. Dit brengt alleen maar meer complexiteit met zich mee. In essentie is het natuurlijk goed dat er handhavingsmechanismen zijn voor degenen die uit de band springen en wel de regels overtreden. Maar de focus moet meer liggen op het creëren van een cultuur van vertrouwen, door bijvoorbeeld minder regelingen te maken voor uitzonderingen. Als we kijken naar de twee belangrijkste fiscale concernregelingen in de vennootschapsbelasting – de deelnemingsvrijstelling en de fiscale eenheid – dan spreekt dit boekdelen. Tot ongeveer midden jaren negentig waren het betrekkelijk eenvoudige regelingen die elk ooit uit één wetsbepaling bestonden. Nu bestaan er twaalf wetsbepalingen voor de deelnemingsvrijstelling en vijftien voor de fiscale eenheid. In de inkomstenbelasting doet zich hetzelfde voor bij de eigen woningregeling. De fiscale regelgeving op dit vlak is een vrijwel ondoordringbare kluwen geworden.
Voorspelbaarheid
Tot slot is voorspelbaarheid een essentieel gegeven voor ondernemers. Er moet een fiscaal beleid komen dat voor hen langdurig houdbaar is. Dat betekent dat als een ondernemer nu een beslissing maakt, hij zeker weet dat hij over bijvoorbeeld tien jaar ook nog op koers is. Als bijvoorbeeld een ondernemer door de wet verplicht wordt om een aantal duurzame maatregelen te nemen, moet hij er op kunnen vertrouwen dat de aankomende jaren geen wijzigingen in deze wet komen. Het moet fiscaal zo geregeld zijn dat de ondernemer weet dat hij de komende jaren hier verder op kan bouwen en niet elk jaar weer andere maatregelen moet nemen.
Een concrete visie
Het is natuurlijk een ambitieus doel om het belastingstelsel te vereenvoudigen en te zorgen voor voorspelbaarheid. Het is aan het volgende kabinet om hieraan te werken, door te streven naar een integrale belastingherziening en de grondbeginselen van het belastingstelsel opnieuw te overwegen. Dit vraagt wel om een duidelijke visie en een lange adem. Met als doel om het overzichtelijk te maken én te houden voor alle ondernemers in Nederland.
Auteur: Raymond Barkman, fiscaal econoom bij Nextens